| 
			 Zij naderen het doopvot, welbewust 
			dat 't plechtig ogenblik was aangebroken, 
			waarin de naam van een Drieënig God 
			over hun zou worden uitgesproken. 
			  
			De rijke inhoud van het formulier 
			was bij de moeder diep in 't hart gedrongen. 
			Toen daarna, onder 't zegenend gebaar 
			door de  gemeente hen werd toegezongen. 
			 | 
			
			 Van het volbrengen van Gods eeuwig Woord, 
			en van de waarheid die Hij nooit zal krenken, 
			maar tot in eeuwigheid, van kind tot kind 
			getrouw aan Zijn verbond zal blijven denken, 
			  
			was in haar hart slechts deze ene beê: 
			"O God, wil ook ons kind genadig wezen, 
			zodat het, bij het teken van 't verbond, 
			een hart mocht krijgen om de Heer' te vrezen. 
			 |